vrijdag 3 april 2015

Vrijdag 4 april 2015
Verwerkingsopdracht periode 2


Titel: Password
Auteur: Mirjam Mous


Blok 1 - smaakontwikkeling:
Toen ik alleen nog maar de achterkant van het boek had gelezen, had ik het idee dat het een heel spannend boek zou zijn. Maar, wat ik niet verwacht had, is dat het motorisch moment al meteen op de tweede pagina plaats zou vinden. Dit zorgde er meteen al voor dat ik in het verhaal meegesleept werd. Dit vond ik enerzijds wel fijn, maar anderzijds een beetje apart. Dit was omdat ik nog helemaal niks van het verhaal of van de hoofdpersonen afwist. Dit maakte het een beetje onduidelijk. Maar goed geschreven was het zeker, stoppen met lezen kon ik niet meer!
Het verhaal houdt veel informatie achter. Het boek begint met dat de hoofdpersoon, Jerro, bewusteloos in zijn kamer aangetroffen wordt door zijn vriend Mick. Toen Jerro, helaas zonder zijn vriend, vertrokken met de ambulance was naar het ziekenhuis, bleek achteraf nadat Mick zijn vriend op ging zoeken, dat de ambulance nooit aangekomen was. Dit roept mij meerdere vragen op: hoe kan Jerro plotseling bewusteloos raken, en waarom is de ambulance nooit aangekomen? Zou het verongelukt zijn? Zou het ambulancepersoneel kwade bedoelingen hebben? Zou de ambulance gekaapt zijn door buitenaardse wezens? Dit is later in het verhaal allemaal duidelijk geworden.
Ik vind het over het algemeen een origineel verhaal. Ik heb vaker spannende boeken gelezen, maar nooit een als deze. Het verhaal is niet vergelijkbaar met andere. Dit vind ik erg fijn, want dan brengt de verhaallijn mij niet in verwarring met dat van andere.


Blok 2 – Tijd en opbouw:
Flashback: Het grootste verhaal speelt zich in het 'verleden' af. Het boek begint in het heden. Hier raakt Jerro bewusteloos en is de ambulance spoorloos verdwenen. Daarna gaat het verhaal 2 jaar en 8 maanden terug de tijd in (de flashback), vanaf dat moment houdt het gewoon de chronologische volgorde aan. Zo eindigt het verhaal waar het ook begonnen is.

Vertraging: In het boek zit veel vertraging. Dit is een van redenen dat ik het zo’n spannend boek vind. Persoonlijk vind ik het fijn als het verhaal vertraagt wordt, want ik houd er niet van als het verhaal in een keer vertelt wordt. Liever in stapjes. In de volgende passage blijkt een stuk vertraging. Dit fragment speelt zich in een kleine, donkere kamer af. De hoofdpersoon (Jerro) weet niet waar en met wie hij zich bevindt. Ook de lezer weet dit niet.

“'Werk nou eens mee,’ zei een raspende stem. Hij was niet van de pokdalige. Die man die bij de raspende stem hoorde, had enorme handen. De knuisten van een reus. Jerro keek naar zijn eigen hand. Tenminste, het lichaamsdeel zat vast aan zijn lijf vast, dus je zou toch denken dat het zijn hand moet zijn. Maar zo voelde het niet. Het was net als die keer bij de tandarts dat hij een verdoving had gekregen. Hij had durven zweren dat zijn was opgezwollen tot het formaat van een flinke aardbei, maar toen hij in een spiegel keek, was er niets van te zien. Hé, nu zag hij ook zijn hand niet meer. Er werd aan zijn armen gesjord en zijn hoofd zat gevangen in een trechter van stof. Toen werd het weer licht en kwam alles weer tevoorschijn. Hij voelde kippenvel op zijn buik. ‘Nu zijn broek nog.’ Het duurde even tot het tot Jerro doordrong: ze trokken zijn kleren uit!”

Scenisch vertellen (showing): In het verhaal word je erg dicht tot de hoofdpersoon getrokken. Er worden veel details verteld en dit maakt je erg betrokken tot het verhaal. De gedachten van de hoofdpersoon wordt goed en gedetailleerd beschreven. Dit blijkt ook uit bovenstaande passage.


Blok 3 – Perspectief en vertelsituatie
Het boek wordt niet in de ik-persoon geschreven. Dit betekent dat het verhaal door iemand verteld wordt die, alles wat zich in het boek afspeelt, alles van bovenaf bekijkt. In het boek wordt veel de ‘beschouwende’ manier van vertellen gebruikt, maar daarnaast word je ook erg dichtbij de hoofdpersoon getrokken. Verder wordt ook vaak de gedachten van de hoofdpersoon Jerro beschreven. Dit is de voornaamste reden dat je zo dicht tot het verhaal betrokken wordt.