Vrijdag 22
mei 2015
Verwerkingsopdracht
periode 3
Titel: Ik ben geen racist
Auteur: Per Nilsson
Hoofdstuk 4 - Spanning
1
Vertraging:
Het boek begint al
met een vertraging. Daarnaast wordt er ook veel informatie achtergehouden, zo
weet je niet wie de hoofdpersoon is, wat hij in het dagelijks leven doet en wat
voor eigenschappen hij/zij heeft. Dit alles zorgt er voor dat het alleen maar
spannender wordt. Hier een passage uit het boek:
“Achteraf waren er
zoveel mensen die het konden verklaren. Zoveel mensen zeiden dat ze alles begrepen
wat er was gebeurd. Sommigen beweerden dat ze allang hadden zien aankomen wat
er zou gebeuren, dat ze al vanaf het begin hadden gezien dat alles op een ramp
zou uitdraaien, dat ze hadden gewaarschuwd maar dat niemand had geluisterd. Ik
zat voor de televisie, ik zag hun serieuze gezichten en hoorde hun serieuze
woorden. Sommigen zeiden dat ze heel close met hem waren geweest, dat ze hem
goed hadden gekend, maar dat ze hem hadden doorzien. Ik zag veel mensen die
zichzelf bijzonder of belangrijk wilden maken en ik hoorde veel dingen waarvan
ik wist dat he pure leugens en fantasie waren.
Plots hoorde ik een
gebonk op de deur…”
Onverwachte wending:
Toen ik het verhaal aan het lezen was, merkte ik dat er een
spannend stuk aan kwam. Dit gaf de schrijver aan door de angsten van de hoofdpersoon
te beschrijven. De angsten worden steeds hoger opgebouwd en het gevaar komt
steeds dichterbij, totdat het verhaal plot helemaal omslaat. Dit blijkt uit het
volgende fragment:
“Een groep in het
zwart geklede jongeren schudde me wakker uit mijn overpeinzingen, ze liepen in
optocht over de straat, recht op me af, sommigen waren gewapend met stokken en
knuppels, sommigen waren gemaskerd met bivakmutsen of van die geruite
Arafat-sjaals die ze om hun hoofd hadden gewikkeld. Ik was doods en doodsbang,
ze kwamen steeds dichterbij, maar tot mijn verbazing marcheerden ze gewoon
langs me heen, ze liepen met grote, vastberaden passen. Een meisje riep naar
me: ‘Ga mee! We gaan die klootzakken te grazen nemen!’”
Het ene moment wordt het verhaal steeds spannender en
spannender. En het volgende moment wordt er plotseling een draai aan gegeven
waardoor het verhaal helemaal om slaat.
2
In dit boek komt in het algemeen heel weinig actie voor. (Vandaar
dat ik maar twee echt goede actiestukken heb kunnen vinden.) Maar de actie die
er is, is dan psychologische spanning. De ik-persoon, Svenne, beschrijft in
beangstigde situaties zijn angsten en gevoelens. Verder komt er ook
actiespanning voor, hierbij moet Svenne vluchten voor de politie. Maar de
nadruk ligt op de psychologische spanning.
Hoofdstuk 5 – Thema en motief
Het thema van het boek is vooral het beschrijven van de
emoties van de ik-persoon. In principe doet de ik-persoon dat dus zelf. Hij
vertelt veel over zijn ouders die beiden zijn overleden en hoe erg hij daar mee
zit. Ondanks dat gaat hij door met zijn leven en maakt hij veel dingen mee.
Omdat de gevoelens erg worden beschreven staat “Psychologische
motieven” op zijn plek.
Hoofdstuk 6 – Ruimte
Het verhaal speelt zich vooral af in het zuiden van Zweden,
waar Svenne een vakantiehuis heeft, wat tevens niet van hem is. Er is in Zweden
veel natuur. Deze natuur wordt ook zeker nauwkeurig beschreven. Zo creëer je
een goed beeld van hoe het er daar uit ziet en waan je je steeds meer in het
verhaal. Persoonlijk vind ik het erg fijn als de omgeving gedetailleerd beschreven
wordt. Maar het moet niet té nauwkeurig beschreven worden, want dan wordt het
te langdradig en dwaal ik af.
Maarten Molenaar 3B