maandag 24 oktober 2016

Vertraging


Algemene informatie:
Auteur: Tim Krabbé
Plaats/jaar van uitgave: Amsterdam, 1994
Aantal pagina’s: 144
Genre: Spanning en avontuur

Samenvatting

“Jacques Bekker heeft meegedaan aan een reis welke de ‘Nederlandse cultuur voor Nederlandse emigranten’ heet. Zijn reis is tot zijn grote teleurstelling afgelopen, en hij staat op het punt om van Nieuw-Zeeland naar Amsterdam te vliegen. Het vliegtuig heeft echter een grote vertraging tijdens de tussenstop in Sydney opgelopen. Tijdens de vertraging is Jacques van plan om zijn oude vakantieliefde Moniek op te zoeken.
Uiteindelijk vindt hij haar. Het contact verloopt wat ongemakkelijk, omdat Moniek vaag is over wat ze gaat doen. Als ze hem vervolgens vertelt dat ze gezocht wordt door de politie, omdat ze belastingfraude gepleegd heeft, begrijp Jacques waarom ze zo’n haast met weggaan heeft. Hij besluit haar zo goed als mogelijk te helpen en besluiten om samen met een autohandelaar te rijden. Hier wil Jacques een nieuwe auto voor Moniek kopen.
Dan besluit Jacques om verder Australië te ontdekken met Moniek. Om niet herkend te worden besluiten ze beide een valse naam aan te nemen. Daarnaast vermommen ze zich zo goed mogelijk: zowel Jacques als Moniek krijgen een compleet ander uiterlijk.
Voor beide is het ontzettend moeilijk om echt vermomd te blijven. Ze weten dat ze gezocht worden. Regelmatig zien ze zichzelf terug in verschillende kranten. Niemand weet echter waar ze uithangen, en dat komt ze allebei heel erg goed uit.
Het blijft echter niet bij krantenberichten. Op een dag belanden Jacques en Moniek in een café. In het café zien ze een reportage van hunzelf op de televisie. Ze beseffen zich dondersgoed waar ze mee bezig zijn en zijn ontzettend bang om herkend te worden. Ze rekenen zo snel mogelijk af en besluiten verder te reizen naar de woestijn. In de woestijn hopen ze niemand tegen te komen.
Onderweg naar de woestijn worden de twee beroofd door twee mannen. Deze mannen hadden hun in het café herkend. De auto wordt door de twee mannen vernield, waardoor Jacques en Moniek in de woestijn vastzitten. Ze kunnen geen kant meer op. Het enige dat ze kunnen doen is zich lopend verplaatsen en hopen dat ze iemand tegen komen die hun willen helpen.
Na een tijdje hebben ze geluk. Ze komen een man, Rick, tegen die hun meeneemt. Het geluk is echter snel voorbij, want al snel heeft Rick door met wie hij te maken heeft. Rick neemt ze mee naar het huis van zijn vriendin, waardoor Jacques en Moniek terug in de bewoonde wereld zijn.
Bij de vriendin van Rick, Eileen, mogen Jacques en Moniek tegen betaling blijven slapen. Ze hebben echter nauwelijks geld, waardoor Moniek genoodzaakt is om met behulp van interviews geld bij te verdienen.
Jacques en Moniek waren in de eerste instantie erg blij dat ze bij Eileen terecht konden. Ze zijn blij dat ze een verblijfplek hebben. Al snel lopen echter de frustraties tussen Eileen en Moniek op. Deze frustraties lopen zo uit de hand, dat de twee knallende ruzie krijgen. Moniek is zo kwaad, dat ze Eileen doodschiet.
Moniek weet dat ze fout zit en dat ze nu nog een groter probleem heeft als ze opgepakt wordt door de politie. Jacques en Moniek besluiten om wederom te vluchten. Ze nemen de jeep van Rick mee. Ze weten een huisje midden in de woestijn te huren, waar ze maandenlang veilig kunnen wonen.
Op een dag krijgen ze echter een brief waarin staat dat het huis afgebroken zal worden. Jacques en Moniek moeten dus weer opzoek naar een nieuwe woning. Jacques is het zat, en besluit tegen de zin van Moniek in, terug te keren naar Nederland.
Moniek is het hier echter niet mee eens, en bedreigt Jacques meerdere keren met een pistool. Ze manipuleert hem, in de hoop dat hij niet vertrekt. Ze speelt in op zijn gevoelens en vertelt hem dat ze alleen maar contact met hem wilde om een vriendin van haar jaloers te maken.
Jacques blijft echter bij zijn punt en vertelt haar dat hij hoe dan ook terug naar Nederland gaat. Op dat moment is Moniek het zat en ziet ze geen andere uitweg meer dan haarzelf dood te schieten. Jacques schrikt enorm, en besluit om het lijk van Moniek onmiddellijk ergens neer te leggen. Op deze plek wordt hij vervolgens opgepakt door de politie.”

Recensie

De titel van mijn boek is ‘Vertraging’. Het boek is geschreven door Tim Krabbé. Hij is geboren in 1943, in een creatieve familie. Tim Krabbé heeft één broer, twee ouders en een opa die allen bekend zijn. Zijn broer Jeroen is acteur, regisseur en kunstschilder, ook zijn opa en vader waren kunstschilder. De moeder van het stel was schrijfster en filmvertaalster.
T. Krabbé heeft psychologie gestudeerd aan de universiteit van Amsterdam. Zijn grootste hobby’s zijn schrijven en schaken, ook is hij getrouwd. Krabbé heeft ook enige liefde voor wielrennen. In de jaren 70 heeft hij wielerwedstrijden gereden in Nederland en Frankrijk, als amateur. Hij heeft hier nooit echt grote prijzen uitgesleept, maar hij heeft wel inspiratie opgedaan voor zijn roman “De Renner”.

Ik had voor het boek niet heel hoge verwachtingen. Eigenlijk sprak de buitenkant van het boek me niet zo aan. Verder vond ik de achterflap niet heel aansprekend, het was de eerste zin van het boek, en dit zorgde er niet voor dat ik het boek meteen wilde lezen.
            Echter ben ik van verschillende kanten aangeraden tóch dit boek te lezen, omdat de inhoud erg goed scheen te zijn. Aldus was mijn verwachting voor het boek redelijk goed.

Toen ik eenmaal een stuk aan het lezen was werd het voor mij een steeds interessanter verhaal. Ik snapte de achterliggende gedachte, en kon me op deze manier goed inleven in de hoofdpersoon. Het leuke aan het boek vond ik dat Jacques Bekker in het begin heel erg naar huis verlangde, naar zijn vriendin, naar zijn warme bed. Toen eenmaal bekend werd dat hun vliegtuig van Sydney richting huis erge vertraging had, trokken ze de stad in. Vervolgens besloot Jacques zijn jeugdvriendin Moniek op te zoeken. Op dat moment sloeg het verhaal helemaal om. Het leek wel of hij nog maar aan één ding kon denken, Moniek vinden. Zijn thuissituatie en zijn vriendin, waar hij voorheen nog zo naar verlangde, was hij plots vergeten.

Wanneer hij haar daadwerkelijk vindt, brengt hij zichzelf flink in de problemen. Hij komt erachter dat Moniek een flinke belastingfraude heeft gepleegd en ze gezocht wordt door de politie. Halsoverkop besluit hij haar bij te staan en denkt samen met haar aan de politie te ontkomen. Ik zag dit totaal niet aankomen, goed bedacht dus door de schrijver. Dit maakte het juist interessanter om het verhaal af te lezen.

Ik vind de hoofdpersoon geloofwaardig overkomen. Kennelijk had hij nog gevoelens voor Moniek, echter vond ik het geen logische beslissing dat hij bij haar bleef, aangezien hij in Nederland nog een vrouw had. Toch vind ik het een geloofwaardige beslissing, ik denk dat veel mannen, na een relatie, achteraf toch weer gevoelens kunnen krijgen voor diegene. Of dat ze het ‘gevoel’ van toen weer willen herbeleven.

Mij was verteld dat er een aantal spannende scènes in het boek zouden zitten, dus wat dat betreft had ik hoge verwachtingen voor bepaalde stukken. En inderdaad, een deel van het verhaal bracht spanning met zich mee. Bijvoorbeeld de scène dat ze overvallen worden door twee mannen, die ze vlak daarvoor nog in de kroeg hadden gezien.
 
Wat ik minder sterk aan het verhaal vond, was het einde. Ik vond het jammer dat Moniek ervoor koos zelfmoord te plegen. Dit is immers een makkelijke weg om te ontkomen aan het politie. Tevens was hierdoor het einde voor Jacques ook beslist, hij werd opgepakt door de politie. Ik had liever een spannende ontsnappingsscène gelezen waarbij ze uiteindelijk allebei weer in Nederland komen, en dat Jacques dan pas geconfronteerd werd met het feit dat Moniek nooit gevoelens voor hem had gehad, maar ze simpelweg om een weddenschap een relatie met hem aan was gegaan. Op deze manier zou hij hebben gerealiseerd dat hij voor niets zijn leven voor haar op het spel had gezet, en dat zij te snel zijn vertrouwen had gewonnen. Dit had ook een boodschap voor de lezer kunnen zijn geweest: laat je vertrouwen niet te snel door iemand winnen en betrek jezelf niet in andermans duistere zaken, terwijl je hier zelf nog nooit mee te maken hebt gehad!
Ik vind het een actueel boek, belastingfraude komt eenmaal dagelijks voor in onze en buitenlandse maatschappij.
Al met al is dit een leuk boek voor de nieuwsgierige lezer. Het is een niet al te dik boek, toch wordt er heel wat verteld en brengt het een aantal verrassende momenten met zich mee.
Een aanrader dus!

Vertraging, Tim Krabbé
144 pagina’s
Uitgegeven in 1994
                       

Maarten Molenaar 5A

vrijdag 10 juni 2016

Willem Frederik Hermans, Het behouden huis

1.   Algemene informatie

Het boek is voor het eerst uitgegeven in 1951, te Amsterdam. De door mij gelezen versie is uitgegeven in 2010, de uitgave was onvindbaar. Dit boek bevat 41 pagina’s. Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, vandaar luidt het genre: Oorlog en verzet.

Samenvatting:
“Een Nederlander heeft zich aangesloten bij het partisanenleger. Dit is een mengelmoes van mensen uit allerlei landen die tegen de Duitsers vechten. De hoofdpersoon heeft wel een groot probleem want hij verstaat eigenlijk niemand in het leger. Er is een Spanjaard die een paar woorden Frans spreekt en waarmee hij dus wat woorden kan uitwisselen. Als ze weer een stadje veroverd hebben, krijgt de Nederlander een bevel van de kolonel. Hij kan de kolonel niet verstaan en vangt alleen het woord boobytrap op. Kennelijk is het de bedoeling dat hij het stadje op boobytraps gaat controleren. Hij gaat alleen het stadje in en vindt een behouden huis, een huis dat van binnen en van buiten nog helemaal intact is. Er staat zelfs een pan soep te pruttelen. Hij vermoedt dat er nog iemand in het huis is en op de bovenverdieping is een kamer op slot. In het huis neemt hij een bad en spoelt het vuil van de oorlog van zich af. Hij doet zijn vieze uniform niet meer aan, ook niet als hij overal om hem heen bommen hoort vallen. Als de bel gaat, staat er een Duitse soldaat voor de deur die aanneemt dat de Nederlander de bewoner van het huis is. Het stadje is heroverd en er zullen Duitse officieren in het huis ondergebracht worden. De Nederlander staat hem vriendelijk te woord en haast zich daarna om zijn vieze partisanenuniform op te bergen. Hij besluit zich voor te blijven doen als de bewoner van het huis. 
De Duitse officieren wonen bij hem in en gedragen zich prima. Uit het stadje heeft de Nederlander een kat bevrijd die hij nu als huisdier heeft. De kat wil echter heel erg graag de gesloten kamer in en de Nederlander weet nog steeds niet wat daar inzit. Hij is bang dat de Duitsers zullen merken dat hij zelf de kamer niet in kan waaruit ze zullen concluderen dat hij niet de man des huizes is. 
Op een dag komt de echte eigenaar van het huis terug. Hij is verbaasd om de Nederlander in zijn kleding rond te zien lopen. De Nederlander wil in het huis blijven en vermoordt daarom de man, maar dan duikt ook de vrouw van de eigenaar op. Hij doodt haar ook. Het lichaam van de man is uit het raam in de struiken gevallen en dus niet te zien. Het lichaam van de vrouw legt hij in zijn bed. 
Maar er is nog een man in het huis. de gesloten kamer is geopend en daarin blijken allemaal aquaria te staan. Het is een oude man die de Nederlander niet lijkt te horen. De oude man vertelt over zijn bijzondere vissen en pleit dat zij voer moeten krijgen. Ondertussen beginnen er weer bommen te vallen en de Nederlander weet niet wat hij moet doen met de oude man. Dus sluit hij hem op in de kamer met de vissen. 
De bommen en het geweervuur dat hij hoorde, was de herovering van het stadje door de partisanen. Een Duitse kolonel komt hem dat vertellen. De Nederlander neemt de kolonel als krijgsgevangene en probeert de oude man duidelijk te maken dat de andere partij in de stad is en dat hij dus op zijn woorden moet letten. 
De oude troep partisanen waar de Nederlander ook bij hoorde, heeft de stad weer ingenomen en wanneer de Spanjaard vraagt waar hij al die tijd is geweest, zegt hij dat hij gevangen werd gehouden door de Duitsers, maar dat de Duitsers vluchtten en hij daardoor kon ontsnappen. Hij vertelt ook dat hij een Duitser als krijgsgevangene heeft. De partisanen plunderen het huis en doden de kolonel en de oude man. Ook de vissen overleven het niet. Voor de troep waarbij de Nederlander zich weer aangesloten heeft het stadje verlaat, gooit de Nederlander een handgranaat in het huis waardoor alle ramen springen.”

2.   Verwachtingen
Lange tijd heb ik na zitten denken over een goed boek die ik zou kunnen lezen die zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik had de had de hele bibliotheek afgespeurd, totdat ik op dit boekje stuitte. Vanbuiten zag het er verzorgd en kortbondig uit. Dit maakte me nieuwsgierig, hoe kan een goed oorlogsverhaal in zulke korte verteltijd goed samenhangen? Hier wilde ik graag achter komen, en besloot het boek te lezen.
Mijn verwachtingen waren niet heel hoog, omdat ik me niet voor kon stellen dat een echt goed oorlogsverhaal zo kort beschreven zou kunnen zijn.

3.   Motieven en thema
-       De Tweede Wereldoorlog. Het hele boek speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog, dus bij elke situatie en handeling wordt hier ook rekening mee gehouden. Er worden dingen gedaan die buiten een oorlog niet acceptabel zijn, zo vermoordt de hoofdpersoon aan het eind van het boek heel koelbloedig de echte eigenaren van het behouden huis.
-       Eenzaamheid. Gedurende het hele verhaal staat de hoofdpersoon er alleen voor. Hij verstaat zijn medesoldaten nauwelijks en gemakkelijk contact maken is ook niet voor hem weggelegd.

Ik denk dat het thema het best op deze manier omschreven kan worden: de hoofdpersoon wilt in iedere situatie ontsnappen. Eerst wilt hij ontsnappen aan de oorlog zelf, later belandt hij in een huis en doet zich voor als de eigenaar. Wanneer hij het huis weer verlaat gooit hij een granaat naar binnen, dit zodat er geen sporen van hem achterblijven. Ook dit kan worden beschouwd als een vlucht, op deze manier keert het thema “Vluchten” terug.

4.   Beoordeling
De schrijfstijl van Willem Frederik Hermans is goed te volgen. Er worden niet al te veel moeilijke woorden gebruikt, het zou ook goed geschikt kunnen zijn voor jonger leespubliek.
Citaat:          Pagina 37
“Wat zou de oude man hebben gedaan? Was hij nog boven? Was hij weggelopen? Was hij in de tuin? Ik wilde gaan kijken of hij misschien in de tuin was. Maar juist op dat ogenblik ontstond er een gevecht op de trap. Tegelijk begon iemand met zijn revolver te schieten naar de hertekoppen aan de muur. De vergulde trapleuning kraakte, boog door en kwam naar beneden. De engeltjes van het plafond braken los uit hun hemel en vlogen voor het eerst sinds zij bestonden.”

Tijd: In het boek was het duidelijk wanneer het zich afspeelde, namelijk in de Tweede Wereldoorlog. Hier werd in het verhaal ook regelmatig aanwijzingen voor gegeven, zo speelde de Duitsers ook een rol in het boek (zo ook tijdens de Tweede Wereldoorlog).
Vertelperspectief: Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van de ik-persoon. Naar mijn mening heeft de schrijver dit zeer goed geschreven. De gedachtes en gevoelens van de hoofdpersoon komen geregeld aan bod. Op deze manier kun je je extra inleven in het verhaal.

5.   Eindoordeel
Al met al vind het best een aardig boek. Ik had niet heel hoge verwachtingen, dus ik had na het lezen van het boek best een goed gevoel. Ik raad het boek zeker aan anderen aan, het is makkelijk te lezen en het duurt niet lang voordat je het boek verslonden hebt.

Citaat:                    Pagina 5
“De grote tak, bijna de hele kruin lag ineens onder de boom, zonder dat ik gekraak hoorde. Het was overstemd door de knal uit een kortstondig struikgewas van aardklonten, niet ver bij de boom vandaan. Er volgden andere knallen, zonder dat ik de uitwerking zag. Ik keek niet om. Voor mij liep niemand. Ik was de voorste misschien. Er waren weinig bomen en ik moest goed zichtbaar zijn. Toch leek het of er in het wilde weg geschoten werd. Mijn voeten zwikten op de harde aardkluiten bij iedere stap. De helling was lang en steil. Aan de andere kan van de heuvel lagen de Duitsers. Ik hoopte dat zij ons tegemoet zouden komen.”














6.   Bronnenlijst



                                                                                                            Door Maarten Molenaar 4D

woensdag 11 mei 2016

Het gouden ei

Algemene informatie:
Auteur: Tim Krabbé
Plaats/jaar van uitgave: Amsterdam, 1984
Aantal pagina’s: 97
Genre: Spanning en avontuur

Samenvatting:
“Rex Hofman en Saskia Elhvest waren onderweg naar hun vakantiehuisje aan de middellandse zee. Onderweg hadden ze een beetje ruzie. Rex stopte bij een tankstation om even te tanken. Saskia ging wat te drinken halen, daarna zouden ze weer verder gaan. (Saskia had vroeger wel eens gedroomd over een gouden ei waar ze in opgesloten zat. Dat ei vloog door de ruimte en ze zou er altijd in moeten blijven zitten, want ze kon niet dood gaan. Alleen als een ander gouden ei tegen haar zou opbotsen zou ze worden vernietigt.) 
Saskia kwam niet meer terug van het drinken halen. Rex ging zoeken en vroeg aan iedereen of ze Saskia hadden gezien, maar ze was verdwenen. Acht jaar later op een vakantie vraagt Rex Lieneke ten huwelijk. Hij denkt nog steeds aan Saskia. ’s Nachts heeft hij een nachtmerrie over een gouden ei. 
Als Raymond Lemorne 16 jaar is, vraagt hij zich af wat er zou gebeuren als hij van een flat zou springen. Hij sprong van een flat af en lag 6 weken in het ziekenhuis. Heel veel jaar later had hij weer zo’n gedachte. Nadat hij een kind van de verdrinkingsdood had gered, vroeg hij zich af of hij ook een misdaad zou kunnen plegen. Hij had toen een vrouw, 2 kinderen en een baan als scheikunde leraar. Hij maakte een pot chloroform en kocht een pistool. Dit verborg hij allemaal in zijn vakantiehuisje. Na een paar tests ging hij het echt proberen bij een tankstation. Hij deed net of zijn arm gebroken was en vroeg of de vrouwen mee wilden rijden om te helpen met het aankoppelen van zijn aanhangwagentje. Saskia ging hem helpen. 
Na de vakantie met Lieneke begint Rex een opsporingsactie naar Saskia. Hij kreeg veel brieven uit Frankrijk, maar daar kon hij weinig mee. Op een dag komt er een mr. Lemorne bij Rex op bezoek. Rex herkent hem van het tankstation als de man met de gebroken arm. De man wil Rex laten weten wat er met Saskia is gebeurd, door bij hem hetzelfde te doen. Rex besluit het te doen. Rex moet een slaapmiddel nemen, daarna vertelt de man hem alles. Als Rex wakker wordt ligt hij in een doodskist, hij is levend begraven.



De boekrecensie
De titel van mijn boek is “Het gouden ei”. Het boek is geschreven door Tim Krabbé. Hij is geboren in 1943, in een creatieve familie. Tim Krabbé heeft één broer, twee ouders en een opa die allen bekend zijn. Zijn broer Jeroen is acteur, regisseur en kunstschilder, ook zijn opa en vader waren kunstschilder. De moeder van het stel was schrijfster en filmvertaalster.
T. Krabbé heeft psychologie gestudeerd aan de universiteit van Amsterdam. Zijn grootste hobby’s zijn schrijven en schaken, ook is hij getrouwd. Krabbé heeft ook enige liefde voor wielrennen. In de jaren 70 heeft hij wielerwedstrijden gereden in Nederland en Frankrijk, als amateur. Hij heeft hier nooit echt grote prijzen uitgesleept, maar hij heeft wel inspiratie opgedaan voor zijn roman “De Renner”.

Het boek is in 1988 verfilmd door George Sluizer onder de naam “Spoorloos”. Mijn verwachtingen van het boek waren dat het erg spannend zou zijn. Mijn Nederlands docent heeft destijds dit boek aan ons gepresenteerd als een heel spannend en sensationeel boek, dus mijn verwachtingen hierover waren vrij hoog.

Om te beginnen vond ik de schrijfstijl van Krabbé wel aardig, het las redelijk vlot en niet heel moeilijk. De verhaallijn was niet heel duidelijk, er werden grote tijdssprongen  gemaakt, maar na een tijdje werd ook dit wel duidelijk voor me. Het verhaal en de gedachte erachter vond ik erg leuk. Ontvoerd worden op een tankstation klinkt misschien een beetje surrealistisch, maar de manier waarop Lemorne dit gedaan heeft, sprak mij aan en kon er vanbinnen wel om lachen. De middelen die hij voor de moord (en de voorbereiding hiervan) heeft gebruikt zijn erg realistisch. Chloroform en een pistool zijn zeker niet makkelijk te verkrijgen, maar ook niet onmogelijk, in het echte leven worden deze spullen ook zeker gebruikt voor dit soort daden. Dit trekt wel een lijn met de werkelijkheid.

Ik vind dat mijn verwachtingen niet helemaal zijn uitgekomen. Achteraf was het een minder spannend boek dan mij werd verteld. Natuurlijk was ik wel nieuwsgierig genoeg om door te lezen om te weten hoe het af zou lopen, maar ik vond niet dat er veel spannende elementen in het boek verwerkt zijn. Ik denk als alleen naar de loop van het verhaal kijkt, dat er meer spannende scènes in het boek hadden kunnen zitten.

De hoofdpersoon Rex kwam voor mij realistisch over. Ik kon me goed in hem inleven en zou in zijn situatie hetzelfde gedaan hebben. Wanneer de liefde van mijn leven zou worden ontvoerd, en nergens meer te vinden is zou ik net zo overstuur raken als hij.
Voor mij was Lemorne meer een soort psychopaat die met z’n hoofd volledig van de wereld was, helemaal de weg kwijt. Als je een gezin hebt met twee kinderen kun je je het niet in je hoofd halen een gruwelijke moord te plegen.

Ik vond de interacties tussen Rex en Lieneke (Rex’s tweede verloofde) erg leuk om te lezen, ze waren een echt verliefd stel en in hun gesprekken kon ik me goed leven.
Het boek is uitgegeven in 1984, dat is 32 jaar geleden. Ik denk dat het nog steeds erg actueel is, aangezien het regelmatig in het nieuws is dat er mensen worden ontvoerd, zonder dat hun familieleden hier ooit aanleiding voor hebben kunnen zien.
Ik kan concluderen dat het het zeker waard is dit boek te lezen, het is geen dik boek maar het verhaal is erg leuk. Als je niet van lichte spanning en moorden houdt is dit boek geen echte aanrader. Maar voor de mensen die van opsporingsboeken houden, dan is dit het uitgekozen boek!


Het gouden ei, Tim Krabbé
97 pagina’s
Uitgegeven in 1984



Maarten Molenaar 4D

vrijdag 4 maart 2016

Boekverslag Ventoux Maarten Molenaar 4D

Opdracht 1:

1.      
a.     Bert Wagendorp, Ventoux

b.    Plaats van uitgave: Groningen
Jaar van uitgave: 2015
Jaar van eerste uitgave: 2013
c.     Aantal bladzijden: 232

2.        
Ik denk dat het genre van het boek een psychologische roman is.

3.      Samenvatting: (bron; scholieren.com)
“De hoofdfiguur van de roman heet Bart Hoffman, hij is misdaadverslaggever van de Volkskrant.  Hij is 48 jaar oud en geboren in het Gelderse Zutphen. Hij heeft een grote passie voor wielrennen en was eerst sportverslaggever. Het heden speelt in de zomer van 2012.
Hij leeft gescheiden van zijn ex-vrouw Hinke met wie hij op 24 jarige leeftijd is getrouwd en bij wie hij een dochter Anna heeft die inmiddels 21 jaar is geworden en met wie hij een goed contact heeft. Ook zij houdt wel van wielrennen en ze weet er veel van. Wanneer hij een keer met haar in Noord-Holland (hij woont namelijk nu in Alkmaar) met haar gaat fietsen , praat hij over een vreemd toeval. Een van zijn vroegere vrienden André heeft hij pas in de rechtszaal ontmoet, omdat hij verdacht werd van cokehandel. Hij werd overigens wel vrijgesproken. Een andere vriend Joost Walvoort is genomineerd voor de Spinozaprijs voor zijn wetenschappelijke verdiensten. Bart zoekt via de telefoon contact met Joost en hij wil weer eens met hem afspreken. Bart zoekt eerst in Rotterdam André op die een heel jonge Russische vrouw Ludmilla heeft. Die lijkt op een vriendin Laura die ze vroeger allemaal gekend hebben. Ze gaan samen een rondje Rotterdam en omstreken fietsen. En later doet hij dat bij Joost. In Zutphen bezoekt Bart ook een andere vriend David, die van Surinaamse afkomst is. Ook hij hoorde tot een vriendenclub van vroeger. Hij runt een reisbureau.
Tot die vriendenclub behoorde ook Peter Seegers, die op een dag is komen aanvaren met zijn vader in een drijvend bordeel. Zijn vader was getrouwd met de Russische Olga. De boot ‘Sweet Lady Jane’ werd in de IJssel afgemeerd en kreeg veel klanten uit de omgeving. Peter kwam bij de andere vrienden op school. Hij is een jonge dichter en past eigenlijk niet zo bij de hoerenboot. Zijn gedichten sieren echter de wand van de boot. In 1981 maken de vrienden ook kennis met Laura van Bemmel: stuk voor stuk worden ze verliefd op haar, ook Bart. Laura is een jaar jonger dan de anderen: ze is in 1965 geboren.
Laura’s ouders behoorden tot een kleine, maar strenge kerk in Zutphen, maar Laura probeert zich daaraan te ontworstelen. “Ze kunnen het geloof niet bij me naar binnen slaan”, zegt ze tegen de vrienden. Het meest lijkt ze zich aangetrokken te voelen tot de dichterlijke Peter, wiens gedichten ze meteen lijkt te snappen. Ze geeft hem ook adviezen. Hij brengt een bundel “Gedichten voor Anna” uit, die eigenlijk gedichten voor Laura zijn. Laura beschouwt zich als zijn muze. De bundel wordt een groot succes. Bart betrapt echter Joost ook een keer met Laura en Bart hoort dat Laura ook een keer met André een concert bezoekt. Kortom, Laura heeft iedereen in de vriendenkring ingepalmd. Ze kijken ook vaak met zijn allen naar films.
Diezelfde Laura neemt in het verhaalheden als Laura Guazzi ineens na zoveel jaar contact met Bart op. Ze wil hem en de anderen ontmoeten: ze heeft een theatercongres in Avignon en dertig jaar na dato wil ze weer iets met de mannen van de Mont Ventoux. De vrienden vinden dat wel leuk. Intussen krijgt Joost de Spinozaprijs uitgereikt voor zijn wetenschappelijk onderzoek. De vrienden besluiten dan om naar Frankrijk te gaan en de beruchte berg opnieuw te gaan bestrijden en om Laura te ontmoeten.”

Opdracht 2:
a.       
Biografische gegevens:
De Nederlandse schrijver en journalist Bert Wagendorp is op 5 november 1956 in Groenlo geboren. Bert Wagendorp is onder andere bekend als sportverslaggever bij de Volkskrant en de Leeuwarder Courant. Vooral de Tour de Frans liefhebbers zullen wel weten wie Bert Wagendorp is. Bert Wagendorp heeft namelijk tussen 1989 en 1994 wel 6 keer verslag gemaakt van de Tour de Frans. Daarna was Bert Wagendorp werkzaam als correspondent in Londen.

Bert Wagendorp heeft in Nederland aan de Rijksuniversiteit van Groningen gestudeerd. Hier is hij afgestudeerd in de Nederlandse Taal- en Letterkunde. Na zijn studie is hij gaan werken als copywriter bij bedrijven die reclames maakten. Hierna werd Bert Wagendorp sportverslaggever. Momenteel is Bert Wagendorp redacteur en mede-oprichter van een literair wielertijdschrift genaamd ‘De Muur’.





Bibliografie:

·         1995: De Proloog (roman)
·         2002: Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France (met Frans van Schoonderwalt en Leo van de Ruit)
·         2005: De dubbele schaar (verhalen)
·         2006: Sportleven (verzamelde sportstukken)
·         2008: Het kan altijd erger (verzamelde columns, met tekeningen van Jos Collignon)
·         2008: HNS Sportboek (met Paul Onkenhout en John Schoorl)
·         2009: Ard Schenk (biografie) met Wybren de Boer en Frans Oosterwijk
·         2010: De wereld volgens Wagendorp (verzameling columns en verhalen)
·         2010: Digue Ventoux (met illustraties van Sjaak Bos)
·         2013: Ventoux (roman)
·         2014 Het jongensparadijs (verzamelde columns en andere stukken)
·         2015: Vader en dochter boek (met dochter Hannah)

(Bron: Wikipedia)



Recensie:

Ventoux gaat niet zozeer over wielrennen als wel over het wezen van vriendschap, met de gelijknamige col in de rol van louteringsberg die moet worden beklommen om die gecorrumpeerde vriendschap te kunnen herwinnen. Wagendorp heeft een jongensboek (v/m) geschreven dat leest als een trein. Preciezer: als de wielertrein van de Raleighploeg die, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, negen van de elf ploegentijdritten in de Tour won.

Volkskrant, 2013


Interview:

Omdat het een lange interwiew is, hierbij de link:


Colums:






b.     

Artikel autobiografische elementen in het boek Ventoux:

Na dit boek gelezen te hebben is het mij duidelijk dat er veel autobiografische elementen in zijn verwerkt. Soms overduidelijk, soms iets minder, en dat moest ik twee keer nadenken.
Om te beginnen is de naam van de hoofdpersoon Bart Hoffman, dit lijkt natuurlijk sprekend op de naam van de schrijver; Bert. Dus dit geeft mij het gevoel dat Bert zichzelf vergelijkt met de hoofdpersoon, Bart. Verder houdt de hoofdpersoon Bart erg van sport, met name wielrennen. Bart is sportverslaggever, en mocht het nou net zo zijn dat Bert Wagendorp als sportverslaggever voor de Volkskrant heeft gewerkt.

In een interview op internet vertelde Bert dat hij een hechte vriend heeft, deze desbetreffende vriend is zoon van een dokter. Bart heeft een heel geode vriend, Joost, ook hij is zoon van een dokter. Op deze manier laat Bert elementen terugkeren in het boek.

Ook vertelt Bart in het boek dat hij de Nederlandse taal heeft gestudeerd, ook dit heeft Wagendorp in zijn jongere jaren gedaan. Echter heeft Bart zijn studie niet afgerond, dit blijkt uit het volgende fragment geciteerd van pagina 9:

"Ik ben misdaadjournalist bij een landelijke krant - ik hoor nog bij de generatie die als gesjeesd student in de journalistiek is terechtgekomen. Een jongen die ik kende van mijn studie Nederlands schreef af en toe een stukje op de kunstpagina van de Volkskrant. Hij hoorde dat ze daar iemand zochten op de sportredactie om op zondagavond de uitslagen in te tikken. Ik mocht wel eens naar een onbelangrijke voetbalwedstrijd als ze met een krappe bezetting zaten. Schrijven ging me aardig af: toen ze een verslaggever zochten, meldde ik me en werd ik aangenomen. Ik kapte zonder pijn met mijn studie."

De laatste zin geeft aan dat Bart zijn studie niet heeft afgemaakt.


Aan het eind van het boek besluit Bart een boek te schrijven over alles wat hij mee heeft gemaakt met zijn vrienden tijdens hun trip. Dit is eigenlijk hetgene wat Wagendorp ook doet, maar dan in de vorm van Ventoux. Bert heeft in zijn jonge jaren een vriend verloren, in het boek verliest ook Bart een dierbare, Peter. Ook dit is weer een element dat terugkeert in het boek.

Ik kan concluderen dat het boek Ventoux erg goed geschreven is, echt een aanrader. De terugkerende autobiografische elementen maken het boek nog een stuk leuker om te lezen.





maandag 11 januari 2016

Een rondje eikeltjes bier.

Geschreven door: Pepijn Lanen.

Door Max Stijlaart

Hamvraag

1. Verbeeldt de hoofdpersoon zich het gesprek met het kleine mannetje?


Mogelijke antwoorden op de hamvraag.

1. Het hele gesprek met het kleine mannetje bij de boom speelt zich af in het hoofd van de hoofdpersoon of dat hij/zij het zich maar verbeeld. Het kan bijvoorbeeld een droom zijn geweest toen de hoofdpersoon ingedommeld was bij de boom, door bijvoorbeeld vermoeidheid. Of het is een rare gedachte van de hoofdpersoon omdat hij of zij al een beetje teveel gedronken heeft en na zijn/haar korte slaap weer dronken teruggaat naar de begrafenis.

2. Het kan ook zijn dat het mannetje wel degelijk bestaat en dat het gesprek echt heeft plaats gevonden. Het verhaal gaat dan wel meer naar de fictie kant toe. 

3. Misschien heeft de hoofdpersoon een geestelijke afwijking en voelde hij/zij een drang om zich af te scheiden van de rest en zich af te leiden met een verhaal wat hij vroeger altijd hoorde. Of hij is gewoon verdrietig en eenzaam en verzint door de behoefte aan gezelschap een klein mannetje dat hem troost.

Ik denk persoonlijk dat het eerste antwoord het beste is. Ik denk dat het aannemelijker is dat de hoofdpersoon zich het gesprek met het kleine mannetje maar verbeeld.

Rechtvaardiging

1. "Aangeschoten en een beetje opgelucht waggel je je een weg terug naar de begraafplaats en steek je er nog maar een aan." De hoofdpersoon keert hier aangeschoten terug naar de begrafenis. Hij heeft dus echt gedronken. Maar het is niet erg aannemelijk dat hij aangeschoten is van eikeltjes bier en dus al eerder aangeschoten was. Daarom is het mogelijk dat hij bijvoorbeeld in slaap is gevallen en over het gesprek gedroomd heeft.

2. Er zijn geen concrete bewijzen in het verhaal die zeggen dat het mannetje echt is. Wel denkt de Hoofdpersoon nog iets te horen van het mannetje. "Het lijkt net alsof je in de verte nog een 'takketrut' weg hoort sterven." Dat de hoofdpersoon nog iets denkt te horen na hij opgestaan is zou kunnen betekenen dat het echt was maar dat is zoals ik al zij geen concreet bewijs.

3.  Voor de geestelijke afwijking heb ik geen bewijzen kunnen vinden in dit korte verhaal. Het blijft dus maar een vermoeden. Wel is het mogelijk dat De hoofdpersoon zich een beetje eenzaam voelt. Dit concludeer ik uit de zinnen: "Het feit dat je door het natte bladerdek een vochtig achterwerk krijgt interesseert je geen reet; je bent toch al zielig." en "Hij zegt dat hij ziet dat je verdrietig bent en dat hij dat heel erg voor je vind maar dat je voor zijn huis zit."

Persoonlijke terugblik

Ik vond dit een kort maar zeer krachtig verhaal. Ik vind het bijzonder dat een klein aantal bladzijdes mij al goed aan het denken heeft weten te zetten. Ook vond ik het taal gebruik in korte verhaal vrij sterk. Dit komt in de meeste verhalen niet echt voor en maakte dit verhaal daarom leuker om te lezen. 
Teun, Maarten en ik hadden een goede samenwerking. We hebben via skype overlegd over de hamvragen. Ik denk dat het overleggen zeer nuttig was bij het zoeken naar mogelijke antwoorden op de gestelde hamvragen. Ik vond het over een algemeen een leuke opdracht om te doen. Het is een stuk anders dan gewoon een boek lezen.