maandag 23 november 2015

Mama Tandoori

Boekverslag Mama Tandoori door Maarten Molenaar 4D


Algemene informatie
De auteur van dit boek is Ernest van der Kwast. De eerste druk werd uitgegeven in april 2010, ikzelf heb de elfde druk gelezen. De plaats van uitgave is Amsterdam. Het boek bevat 214 pagina’s. Het genre van het boek is humor, je moet het soms met een korreltje zout nemen.


Samenvatting van het boek:
Eigenlijk staat in de gehele bundel de moeder-zoonverhouding centraal. Ernests moeder die Mama Tandoori wordt genoemd is een dwingelandje, die met de deegroller rondloopt en daarmee haar zin kan afdwingen. Ze leeft onder het motto van “Gratis is goed”en dat neemt hilarische vormen aan in het gelijknamige hoofdstuk .(de bedevaart naar Lourdes)

Haar eerste zoon Ashirwad (Geschenk van God) is in 1977 geboren. Hij lijkt eerst normaal te zijn, maar wanneer hij vier jaar is, wordt hij door een epileptische aanval getroffen en daarna zijn z’n verstandelijke vermogens beperkt. Hij was op het moment van de aanval bij de buren die op hem moesten passen en moeder T. geeft de hond van de buren de schuld van zijn handicap. Het heeft wel een voordeel, want hij krijgt een gratis OV-pas in Rotterdam met een begeleiderpas bovendien. Dit is natuurlijk bestemd voor het openbaar vervoer, maar moeder T, weet haar zin zo door te drijven dat ze er zelfs mee met een bus naar Lourdes kan; ook de terugweg is gratis: ze weet zelfs honderden liters Lourdeswater gratis mee te nemen in de bus. Alleen de gehandicapte Ashirwad wordt er niet door genezen.

In het eerste hoofdstuk is moeder T. naar Nederland gekomen met twee koffers met juwelen. Die heeft ze later ingeruild toen ze een huis wilde kopen en door haar vasthoudendheid (soms met de deegroller) kunnen ze steeds in een groter huis gaan wonen. Ze was verpleegkundige en was na vele huwelijksaanzoeken gezwicht voor Ernests vader. Die studeerde geneeskunde en werd later patholoog-anatoom. Maar eigenlijk moest ze niets hebben van dat vak, omdat hij onder zijn oksels altijd naar lijken stonk. Wanneer hij in een bepaalde periode extra onderzoek doet naar prostaatkanker, verhindert ze eigenlijk zijn vorderingen. De schrijver zegt dat het meer dan waarschijnlijk is dat er nu honderden mannen meer aan die ziekte zijn overleden, omdat zijn moeder de artikelen van zijn vader versnipperde. Dat element is opgenomen in het hoofdstuk “De Indiase droom.” Dat gaat voornamelijk over de atletiekprestaties van zijn moeder die in India vele bekers heeft gewonnen, maar dat was vaak ook te danken aan haar vals spelen (ze vertrok eerder dan de rest, want ze had goede uren) Haar tante werd een goede discuswerpster. Beide vrouwen werden ”gedrogeerd” met soorten pepers. Alleen was het soms moeilijk om de goede dosis van te voren te bepalen: het liep dus wel eens uit op een bezoek aan het toilet. 
Ernest moet van zijn moeder op atletiek in Rotterdam en ze is fanatiek aanwezig om hem te steunen. Wanneer hij in vwo-5 zit, komt een man van de Indiase bond hem overhalen om in Bombay te trainen en later uit te komen voor de ploeg van India tijdens de Olympische Spelen. Moeder verbiedt het: hij moet zijn vwo-diploma afmaken en gaan studeren.



De boekrecensie

De titel van het door mij gekozen boek is: Mama Tandoori. Het boek is geschreven door Ernest van der Kwast. Hij heeft in zijn vroegere carrière al meerdere boeken geschreven, waaronder: Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken en Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen. Ook heeft Ernest het boek Stand-in geschreven, wat merkwaardig is, is dat het boek werd gepresenteerd als geschreven door de acteur Sieger Sloot. Pas een jaar later werd bekend dat de echte auteur Ernest van der Kwast is.
Het was lastig om de boodschap van het boek te achterhalen. Zou het zijn geweest dat als je iets gratis wilt, je je deegroller uit de kast moet trekken en als een gek in het rond moet slaan? Mij is het niet helemaal duidelijk.
Voordat ik zelf het boek ging lezen, had mijn moeder als iets verteld over de grote lijnen, dit omdat ik het lastig vond een beslissing te maken. Vooral werd duidelijk dat het erg humoristisch en soms een beetje surrealistisch zou zijn. Door deze informatie zijn mijn verwachtingen hierin meegegaan en ging ik ervan uit dat dit zou overeenkomen met mijn mening over het boek.

In dit boek geeft Ernest van der Kwast een indruk van zijn leven, hoe is het nou om een moeder te hebben die bij elk artikel alles op alles zet om af te dingen? Of hoe voelt het nou als je moeder de makelaar mishandelt met een deegroller, enkel om het huis voor de helft van de prijs te krijgen? Veel van de anekdotes vinden plaats in Ernests dagelijks leven in- en rondom het huis. Omdat de onderwerpen huis, tuin en keuken zijn zit er vrij weinig diepgang in het boek. Wanneer je hier niet van houdt, is dit boek geen aanrader. Maar als je ervan houdt om je gedachten even helemaal te laten gaan en je te wijden aan een lachwekkend, niet diepgaand verhaal is dit een goede keus.
Over het geheel vind ik dit een heerlijk boek om te lezen. Dit is vooral omdat ik van anekdotes houd waar niet heel veel diepgang in zit. Zo hoef je niet al te veel na te denken en lees je toch met plezier een goede roman. Er zit veel humor in, welke verbonden is aan serieuzere onderwerpen.
De personen in het boek komen realistisch en geloofwaardig over, dit komt omdat de schrijver het natuurlijk zelf heeft meegemaakt en het daardoor goed na kan vertellen.
Soms is er een tikkeltje buiten het kader gedacht, een vrouw die met een deegroller een makelaar voor zijn hoofd tikt, komt eenmaal niet vaak voor.
Mijn verwachtingen van het boek zijn zeker uitgekomen, de humor en het surrealistische gedeelte zat er zeker in! Ik ben blij dat dit zo uitgekomen is, want anders had ik heel anders tegen dit boek hebben aangekeken. Bij andere boeken zou het niet altijd het geval zijn, dat wanneer mijn verwachtingen niet helemaal uitkomen, het een negatieve draai aan het boek geeft. Dit ten gevolge van dat er in de meeste boeken meer diepgang zit dan alleen de huis, tuin en keuken onderwerpen, die in Mama Tandoori grotendeels voorkwamen.
Zoals ik al eerder heb gezegd vond ik de humor in dit boek zeer goed. Er was één deel dat, ten opzichte van de rest van het boek, eruit stak. Hier heb ik het over het deel met oom Sharma, dit was in vergelijking met de rest van het boek te uitgebreid en werd hierdoor langdradig. Dit was mijn enige aanmerkingspunt.
Ik denk dat het een redelijk actueel boek is. Immers beschrijft de schrijver zijn eigen leven, die 34 jaar geleden begon.

Dit boek moet je echt lezen omdat het naast humoristisch, ook erg ontspannend is. Je kunt je goed inleven in alles wat Ernest meemaakt. Tot slot komen er niet al te veel moeilijke woorden in voor en is het verhaal zó geschreven, dat het vlot leest.

De titel van het boek is Mama Tandoori en is geschreven door Ernest van de Kwast. Het boek 214 pagina’s. De uitgever is Nijgh & Van Ditmar, uitgegeven in mei 2011.



Maarten Molenaar 4D

zondag 8 november 2015

J. Bernleff, Hersenschimmen

1. Algemene informatie


Dit boek is voor het eerst uitgegeven in 1984 te Amsterdam. Dit is de 39e druk. Het boek bevat 146 pagina's. De genre van dit boek is "Psychologisch verhaal". Dit is omdat de ik-persoon, Maarten Klein, last heeft van heftige dementie. Hierdoor begint hij vaag te vertellen en moet je harder nadenken om het te kunnen volgen. 

Korte samenvatting van het boek:

Hersenschimmen is het verhaal Maarten Klein, een man van 71 die van oorsprong Nederlander is maar al 15 jaar met zijn vrouw Vera in Gloucester woont, in het noordoosten van de VS. Maarten raakt dement. Het boek duurt slechts 7 dagen. Dag 1 ontdekt Maarten dat zijn geheugen achteruit gaat en dag 7 illustreert hoe hij nog in losse flarden denkt en geen normale zin meer kan denken.
Maartens dementie begint met het verwarren van de dagen, hij staat voor het raam te wachten tot de schoolkinderen voor hun huis komen wachten bij de bushalte, terwijl het zondag is. Hij vergeet en verwart steeds meer dingen: herkent Vera niet meer en ziet haar als moeder en vraagt waar papa blijft, weet niet eens meer wat hij elke dag doet, en voelt alsof zijn gedachten zich opsplitsen. Hij ziet in de spiegel een oude man, en voelt niet aan dat hij dat zelf is. Op het eind als hij in een kliniek terechtkomt, versnelt het proces en denkt over zichzelf als ander persoon.


2. Verwachtingen

Ik heb dit boek gekozen omdat de flaptekst van dit boek mij aansprak. Ik was erg geïnteresseerd in het proces van 'normaal mens' naar een persoon dat lijdt aan dementie. Ik had verwacht dat het een ontroerend boek zou zijn. Gedementeerd worden is nou eenmaal niet zomaar iets. Wat ik echter niet had verwacht, is dat dit boek zich in één week afspeelt, ik had nooit gedacht dat je in zo'n korte periode volledig van de wereld kon raken. Ik denk dat mijn oordeel over het boek anders geweest zou zijn als het niet ontroerend, dus mijn verwachting tegensprekend, was. Je echtgenoot op deze manier verliezen is niet niks. 


3. Motieven en thema

De thema's vergeten en verdwijnen nemen in Bernlefs werk een belangrijke plaats in. Dit vormt de basisgedachte van het verhaal, immers lijdt Maarten aan dementie en zijn dit aspecten die daarbij passen. 

Een van de motieven in het boek is de sneeuw en de winter. Al vanaf het begin van het boek zegt Maarten steeds dat hij zo van slag is omdat de winters in Gloucester zo lang en koud zijn. Op het eind van het boek, wanneer Maarten sterft (?) fluistert dat de lente eindelijk is aangebroken. Dit geeft aan dat er een symbolische waarde wordt gehecht aan de overgang van winter en lente. Maarten gaat dood en het 'oude leven' is dan voorbij. Lente duidt aan dat er een nieuw, zorgeloos leven aanbreekt voor de andere personages. 


4. Beoordeling 

a. Ik denk dat J. Bernlef er voor heeft gekozen om veel scenes tamelijk vaag te beschrijven. Naar mijn vermoeden doet hij dit om mij, als lezer, extra aan het denken te zetten.

Citaat:          Pagina 129
"Ben alleen nu. Zo stil als het is. Waar is de wereld gebleven? Zachtjes met dit hoofd schudden. Alles eruit schudden. (Misschien wordt met dan weer wie men eens was?) Door een kier in de gordijnen, daar ergens, verschijnt een reepje aarzelend licht. Meen te voelen dat dit lichaam lichter geworden is. (Atmosferische veranderingen? Verdwenen gedachten? Lente in aantocht misschien?) Geen weg terug, geen weg vooruit. Vul steeds meer deze ruimte. (Daarom ademen zoveel mogelijk beperken om niet nog verder uit te dijen in de leegte om me heen.)"       

b. Situaties: Ik vind dat J. Bernlef de situatie niet altijd duidelijk beschreef. Dit heeft natuurlijk te maken met dat Maarten dement is. Dit is dus van belang, al wekte het soms wel verwarring op. 
    
    Ruimte: Het is niet altijd duidelijk waar of in wat voor omgeving (landschap) Maarten zich bevindt. Het weer wordt niet vaak goed beschreven, al werd dit laatste echter in het begin wel benadrukt. Dit had te maken met de motief van het verhaal.


5. Eindoordeel






  
Over het geheel vind ik dit geen fantastisch boek, om het zomaar te zeggen: ik heb wel eens betere boeken gelezen. Dit heeft vooral te maken met de schrijfwijze van J. Bernlef. Ik vind het soms te vaag beschreven en dit wekt verwarring op, waardoor ik soms het verhaal niet meer helemaal volg. 

Citaat:            pagina 140
"Te ver van de muur verwijderd... wat niet goed is... een lichaam dat zichzelf niet mee voor kan duwen wordt een boom... zoals die dunne daar in de sneeuw... de muur... naar de muur... op de muur... over de muur... dat is wat hij bedoelt wanneer hij denkt: alleen in taal kan ik nog iets ondernemen."


Echter vind ik het verhaal in grote lijnen mooi, inspirerend en ontroerend. Het heeft me wel aan het denken gezet en in zekere zin geraakt. 


6. Lijst van gebruikte bronnen

- Samenvattingen.com (naar aanraden van tiny.cc/nedcamp)



dinsdag 8 september 2015

Leesautobiografie

Vroeger werd ik vaak voordat ik ging slapen voorgelezen door een van mijn ouders, dit vond ik altijd erg leuk en ontspannend. Er is één specifiek boek wat ik me nog goed kan herinneren, namelijk: Ik heb van jou gedroomd vannacht. Deze is me altijd bijgebleven, ik kon er altijd zo heerlijk bij weg dromen.  
Ook zong ik vroeger, vooral in de maanden november en december, graag sinterklaas liedjes. Ik was hier dol op.

Zie ginds komt de stoomboot

uit Spanje weer aan.
Hij brengt ons Sint Nicolaas
ik zie hem al staan.
Hoe huppelt zijn paardje
het dek op en neer,
hoe waaien de wimpels
al heen en al weer.

Op de basisschool werd er door de juf veel voorgelezen, vooral boeken met als hoofdpersonages kinderen van onze leeftijd. Dit vond ik leuk, zo kon ik bepaalde situaties vergelijken met de mijne. Ook las ik zelf boeken, dit waren ook vaak boeken die zich afspeelde op een school.

Toen ik naar de middelbare school ging, kreeg ik andere leesinteresses. Nu las ik liever spannende misdaadseries/boeken. De eerste die ik las was “Boy 7”. Dit vond ik een spannend, makkelijk lezend en niet al te moeilijk boek. Nu vond ik het veel leuker om te lezen hoe personages omgingen met lastige of spannende situaties, hier kon ik me erg in inleven.
Boeken over de Grieken en Romeinen spraken mij totaal niet aan. Hier lagen mijn interesses niet.

Ik denk dat mijn leessmaak ten opzichte van de eerste klas niet veel veranderd is, ik houd nog steeds van spannende misdaad boeken. Alhoewel ik er wel vanuit ga dat mijn leesniveau gestegen is.

Het lijkt me ook leuk om in de bovenbouw andere soorten boeken te gaan lezen. Over wat voor onderwerpen heb ik nog geen idee, hier zou ik nog over na moeten denken, of rondneuzen in de mediatheek.

Ik denk dat ikzelf in leesniveau 3 zit, omdat ik niet een súper fanatieke lezer ben, maar toch wel lees om nieuwe dingen te leren en graag aan het denken word gezet.

Ik denk dat ik literatuur wel interessant vind, maar mezelf wel moet pushen om te beginnen aan een boek. Ik voel mezelf niet heel erg aangetrokken tot de artistieke kunst en hierdoor zal het wel lastig worden om me in zo’n boek te wanen.

           
               
                                                                                                                       Maarten Molenaar 4D




vrijdag 22 mei 2015

Vrijdag 22 mei 2015
Verwerkingsopdracht periode 3

Titel: Ik ben geen racist
Auteur: Per Nilsson

Hoofdstuk 4 - Spanning

1
Vertraging:

 Het boek begint al met een vertraging. Daarnaast wordt er ook veel informatie achtergehouden, zo weet je niet wie de hoofdpersoon is, wat hij in het dagelijks leven doet en wat voor eigenschappen hij/zij heeft. Dit alles zorgt er voor dat het alleen maar spannender wordt. Hier een passage uit het boek:
Achteraf waren er zoveel mensen die het konden verklaren. Zoveel mensen zeiden dat ze alles begrepen wat er was gebeurd. Sommigen beweerden dat ze allang hadden zien aankomen wat er zou gebeuren, dat ze al vanaf het begin hadden gezien dat alles op een ramp zou uitdraaien, dat ze hadden gewaarschuwd maar dat niemand had geluisterd. Ik zat voor de televisie, ik zag hun serieuze gezichten en hoorde hun serieuze woorden. Sommigen zeiden dat ze heel close met hem waren geweest, dat ze hem goed hadden gekend, maar dat ze hem hadden doorzien. Ik zag veel mensen die zichzelf bijzonder of belangrijk wilden maken en ik hoorde veel dingen waarvan ik wist dat he pure leugens en fantasie waren.
Plots hoorde ik een gebonk op de deur…”

Onverwachte wending:

Toen ik het verhaal aan het lezen was, merkte ik dat er een spannend stuk aan kwam. Dit gaf de schrijver aan door de angsten van de hoofdpersoon te beschrijven. De angsten worden steeds hoger opgebouwd en het gevaar komt steeds dichterbij, totdat het verhaal plot helemaal omslaat. Dit blijkt uit het volgende fragment:
“Een groep in het zwart geklede jongeren schudde me wakker uit mijn overpeinzingen, ze liepen in optocht over de straat, recht op me af, sommigen waren gewapend met stokken en knuppels, sommigen waren gemaskerd met bivakmutsen of van die geruite Arafat-sjaals die ze om hun hoofd hadden gewikkeld. Ik was doods en doodsbang, ze kwamen steeds dichterbij, maar tot mijn verbazing marcheerden ze gewoon langs me heen, ze liepen met grote, vastberaden passen. Een meisje riep naar me: ‘Ga mee! We gaan die klootzakken te grazen nemen!’”
Het ene moment wordt het verhaal steeds spannender en spannender. En het volgende moment wordt er plotseling een draai aan gegeven waardoor het verhaal helemaal om slaat.

2
In dit boek komt in het algemeen heel weinig actie voor. (Vandaar dat ik maar twee echt goede actiestukken heb kunnen vinden.) Maar de actie die er is, is dan psychologische spanning. De ik-persoon, Svenne, beschrijft in beangstigde situaties zijn angsten en gevoelens. Verder komt er ook actiespanning voor, hierbij moet Svenne vluchten voor de politie. Maar de nadruk ligt op de psychologische spanning.

Hoofdstuk 5 – Thema en motief
Het thema van het boek is vooral het beschrijven van de emoties van de ik-persoon. In principe doet de ik-persoon dat dus zelf. Hij vertelt veel over zijn ouders die beiden zijn overleden en hoe erg hij daar mee zit. Ondanks dat gaat hij door met zijn leven en maakt hij veel dingen mee.
Omdat de gevoelens erg worden beschreven staat “Psychologische motieven” op zijn plek.

Hoofdstuk 6 – Ruimte
Het verhaal speelt zich vooral af in het zuiden van Zweden, waar Svenne een vakantiehuis heeft, wat tevens niet van hem is. Er is in Zweden veel natuur. Deze natuur wordt ook zeker nauwkeurig beschreven. Zo creëer je een goed beeld van hoe het er daar uit ziet en waan je je steeds meer in het verhaal. Persoonlijk vind ik het erg fijn als de omgeving gedetailleerd beschreven wordt. Maar het moet niet té nauwkeurig beschreven worden, want dan wordt het te langdradig en dwaal ik af.

Maarten Molenaar 3B


vrijdag 3 april 2015

Vrijdag 4 april 2015
Verwerkingsopdracht periode 2


Titel: Password
Auteur: Mirjam Mous


Blok 1 - smaakontwikkeling:
Toen ik alleen nog maar de achterkant van het boek had gelezen, had ik het idee dat het een heel spannend boek zou zijn. Maar, wat ik niet verwacht had, is dat het motorisch moment al meteen op de tweede pagina plaats zou vinden. Dit zorgde er meteen al voor dat ik in het verhaal meegesleept werd. Dit vond ik enerzijds wel fijn, maar anderzijds een beetje apart. Dit was omdat ik nog helemaal niks van het verhaal of van de hoofdpersonen afwist. Dit maakte het een beetje onduidelijk. Maar goed geschreven was het zeker, stoppen met lezen kon ik niet meer!
Het verhaal houdt veel informatie achter. Het boek begint met dat de hoofdpersoon, Jerro, bewusteloos in zijn kamer aangetroffen wordt door zijn vriend Mick. Toen Jerro, helaas zonder zijn vriend, vertrokken met de ambulance was naar het ziekenhuis, bleek achteraf nadat Mick zijn vriend op ging zoeken, dat de ambulance nooit aangekomen was. Dit roept mij meerdere vragen op: hoe kan Jerro plotseling bewusteloos raken, en waarom is de ambulance nooit aangekomen? Zou het verongelukt zijn? Zou het ambulancepersoneel kwade bedoelingen hebben? Zou de ambulance gekaapt zijn door buitenaardse wezens? Dit is later in het verhaal allemaal duidelijk geworden.
Ik vind het over het algemeen een origineel verhaal. Ik heb vaker spannende boeken gelezen, maar nooit een als deze. Het verhaal is niet vergelijkbaar met andere. Dit vind ik erg fijn, want dan brengt de verhaallijn mij niet in verwarring met dat van andere.


Blok 2 – Tijd en opbouw:
Flashback: Het grootste verhaal speelt zich in het 'verleden' af. Het boek begint in het heden. Hier raakt Jerro bewusteloos en is de ambulance spoorloos verdwenen. Daarna gaat het verhaal 2 jaar en 8 maanden terug de tijd in (de flashback), vanaf dat moment houdt het gewoon de chronologische volgorde aan. Zo eindigt het verhaal waar het ook begonnen is.

Vertraging: In het boek zit veel vertraging. Dit is een van redenen dat ik het zo’n spannend boek vind. Persoonlijk vind ik het fijn als het verhaal vertraagt wordt, want ik houd er niet van als het verhaal in een keer vertelt wordt. Liever in stapjes. In de volgende passage blijkt een stuk vertraging. Dit fragment speelt zich in een kleine, donkere kamer af. De hoofdpersoon (Jerro) weet niet waar en met wie hij zich bevindt. Ook de lezer weet dit niet.

“'Werk nou eens mee,’ zei een raspende stem. Hij was niet van de pokdalige. Die man die bij de raspende stem hoorde, had enorme handen. De knuisten van een reus. Jerro keek naar zijn eigen hand. Tenminste, het lichaamsdeel zat vast aan zijn lijf vast, dus je zou toch denken dat het zijn hand moet zijn. Maar zo voelde het niet. Het was net als die keer bij de tandarts dat hij een verdoving had gekregen. Hij had durven zweren dat zijn was opgezwollen tot het formaat van een flinke aardbei, maar toen hij in een spiegel keek, was er niets van te zien. Hé, nu zag hij ook zijn hand niet meer. Er werd aan zijn armen gesjord en zijn hoofd zat gevangen in een trechter van stof. Toen werd het weer licht en kwam alles weer tevoorschijn. Hij voelde kippenvel op zijn buik. ‘Nu zijn broek nog.’ Het duurde even tot het tot Jerro doordrong: ze trokken zijn kleren uit!”

Scenisch vertellen (showing): In het verhaal word je erg dicht tot de hoofdpersoon getrokken. Er worden veel details verteld en dit maakt je erg betrokken tot het verhaal. De gedachten van de hoofdpersoon wordt goed en gedetailleerd beschreven. Dit blijkt ook uit bovenstaande passage.


Blok 3 – Perspectief en vertelsituatie
Het boek wordt niet in de ik-persoon geschreven. Dit betekent dat het verhaal door iemand verteld wordt die, alles wat zich in het boek afspeelt, alles van bovenaf bekijkt. In het boek wordt veel de ‘beschouwende’ manier van vertellen gebruikt, maar daarnaast word je ook erg dichtbij de hoofdpersoon getrokken. Verder wordt ook vaak de gedachten van de hoofdpersoon Jerro beschreven. Dit is de voornaamste reden dat je zo dicht tot het verhaal betrokken wordt.